29-05-2017 | De overheid overweegt subsidie op vergisting van voedsel aan te passen. Goed voedsel dat te hergebruiken is moet je volgens staatssecretaris Van Dam van Economische Zaken niet als afval in de vergister gooien.
Dit blijkt uit de uitzending van onderzoeksprogramma De Monitor van zondagavond. Voedsel dat over de datum is wordt door bedrijven vaak naar de vergister gebracht om het om te zetten in groene stroom of gas. Dit wordt uit milieuoverwegingen gesubsidieerd door de overheid. Echter blijkt uit de uitzendig dat er betere eindbestemmingen zijn voor voedsel, die beter zijn voor het milieu. Zo gaat bij de vergisting van voedsel veel meer energie verloren dan wanneer dit wordt gebruikt als basis voor nieuw menselijk voedsel (bijvoorbeeld soep maken van groenten), of als veevoer.
AH
In de uitzending is te zien hoe over-de-datum-producten van Albert Heijn, waarvan sommige nog prima te eten zijn, naar de vergister gaan. Ook wordt speciaal geteeld mais gebruikt om groene stroom op te wekken. Van Dam: “Het moet niet zo zijn dat subsidie die wij geven ertoe bijdraagt dat het voor bedrijven lucratiever is om het voedsel als afval te verwerken en dus naar de vergister te sturen, in plaats van om het zelf her te gebruiken”, zegt hij in de uitzending.
Voedselverspilling
Deze week stuurde Van Dam zelf nog de Monitor Voedselverspilling naar de Tweede Kamer. Uit dit onderzoek van de Wageningen Universiteit blijkt dat steeds meer verspild voedsel in de vergister belandt. Sinds 2010 is deze hoeveelheid meer dan verdubbeld: van ten minste 72 miljoen kilo in 2010 tot minimaal 150 miljoen kilo in 2015.
Omvang
Ondanks deze cijfers, twijfelt Van Dam over de omvang van het probleem. Vraag is namelijk hoeveel van dit voedselafval voorkomen had kunnen worden, en dus wat hem betreft niet in de vergister thuishoort. “Het lijkt me goed om daar verder in te duiken. Als blijkt dat dat toch gebeurt, dan zullen we daar de regeling op moeten aanpassen.” Want, zo stelt Van Dam, “goed voedsel dat moet je niet als afval in de vergister stoppen.”
Bron: Levensmiddelenkrant.nl