03-02-2016 | Bijna 40 procent van al het geproduceerde eten in Amerika belandt in de prullenbak. Dat kost het land bijzonder veel geld en milieuproblemen. Met de werelddoelen in het achterhoofd slaat de overheid de handen ineen met onverwachte bondgenoten om voedselverspilling aan te pakken.

Een gemiddelde Amerikaan verspilt tien keer zoveel voedsel als iemand in Zuidoost-Azië. 40 procent van al het voedsel dat in Amerika geproduceerd wordt, wordt weggegooid. Dat staat bij elkaar voor meer dan 150 miljard euro aan eten en 700 miljoen dollar aan afvalverwerkingskosten per jaar.

Daarbij wordt afval in Amerika vaak niet verbrand, zoals in Nederland, maar opgeslagen in zogenaamde ‘landfills’: afvalbergen die vaak na een bepaalde tijd worden bedekt met een laag aarde. Het voedsel gaat dan rotten zonder dat het zuurstof krijgt, waardoor er in plaats van CO2 (dat komt vrij bij een normaal compostproces) methaan vrijkomt. Methaan houdt tien keer zo sterk warmte vast als CO2 en is daarom een veel schadelijker broeikasgas.

De Amerikaanse overheid neemt het voortouw
Het grootste initiatief om verspilling tegen te gaan, komt van de USDA (United States Department of Agriculture) en de EPA (Environmental Protection Agency). Hun doel is om Amerikaanse voedselverspilling met 50 procent terug te dringen voor 2030. Vaak is een groot deel van het weggegooide voedsel nog prima eetbaar, maar wordt het weggedaan omdat het niet voldoet aan de voorwaarden van de supermarkten. Ook kopen supermarkten bewust te veel voedsel in, zodat de schappen altijd vol liggen: de consument zou hierdoor meer kopen.

Ook ‘sell by’, ‘use by’ en ‘best before’ data op verpakkingen zorgen voor verwarring bij consumenten in Amerika. Bijna 91 procent van de consumenten zei in onderzoeken dat de datum op de verpakking de reden was om voedsel weg te gooien. De ‘sell by’ datum wordt op producten geplakt en is niet meer dan een schatting van de producent wanneer het product het beste verkocht zou kunnen worden. Een rare aanduiding die er voor zorgt dat veel consumenten producten met een overschreden datum laten liggen in de winkel. De ‘best before’ datum wordt op producten geplakt die niet snel bederven, net zoals de ‘tenminste houdbaar tot’ aanduiding in Nederland. Deze producten kunnen na die datum wel achteruit gaan in kwaliteit, maar zijn nog prima geschikt om te eten. De ‘use by’ is hetzelfde als de ‘te gebruiken tot’ datum in Nederland: na deze datum is het product niet meer veilig om te eten, een goede reden om het weg te gooien. Deze sticker zit alleen op zeer bederfelijke producten. In een onderzoek van de Consumentenbond bleek in 2013 dat 48 procent van de Nederlanders producten weggooit die ‘over de datum zijn’, terwijl dat vaak niet nodig is.

Vrome voedselredders
Een voorbeeld van een project dat voedsel verspilling in Amerika probeert tegen te gaan, is Food Steward’s Pledge. Dit initiatief probeert allerlei religieuze groeperingen zo ver te krijgen om voedsel dat normaal op de landfills belandt, bij mensen te krijgen die zelf niet altijd genoeg geld voor eten hebben. Bijna 15 procent van de huishoudens in Amerika is volgens een onderzoek van de USDA gedurende een jaar minstens één periode ‘food-insecure’. Dat wil zeggen dat zo’n huishouden voedsel van slechte kwaliteit of weinig variatie eet, niet het gewenste dieet heeft of soms simpelweg te weinig te eten heeft. In totaal gaat het in de Verenigde Staten om 49.1 miljoen mensen die zich regelmatig niet voldoende voedsel kunnen veroorloven. Het gegeven dat er in hetzelfde land 40 procent van het voedsel bij het afval terecht komt is dan bijzonder pijnlijk. Volgens rapporten die voedselverspilling aankaarten hoeft Amerika slechts 15% van de voedselverspilling uit te delen om iedereen in het land blijvend voedselzeker te maken. Of dit gaat gebeuren is een andere vraag, het is namelijk goedkoper om voedsel weg te gooien dan weg te geven en subsidies vanuit de overheid zijn er niet.

EPA en de USDA richtten hun pijlen op religieuze groepen, omdat zij makkelijk te bereiken zijn en makkelijk te motiveren zijn om zich in te zetten voor het goede doel. Momenteel staan al tweehonderd kerken ingeschreven. Naast dit initiatief werkt EPA ook met groenteboeren, scholen, restaurants en kantines om meer overgebleven voedsel te kunnen verzamelen.

15120159619_dd6dd7be64_o

Multinationals dragen hun steentje bij
Ook bedrijven zien dat deze mate van voedselverspilling niet langer kan. Vorige week kwamen bedrijven bijeen op het World Economic Forum, waar het gezamenlijke doel uitgesproken werd om voedselverspilling te halveren in de komende 15 jaar. Bedrijven die zich inzetten voor dit doel zijn onder andere Unilever, Nestlé en Tesco, drie van degrootste multinationals op het gebied van voedselproductie wereldwijd. Op de World Economic Forum hebben deze bedrijven zich in samenwerking met overheden georganiseerd onder de naam ‘Champions 12.3’, vernoemd naar het twaalfdeSustainable Development Goal van de UN.

The Rockefeller Foundation stopt 130 miljoen euro in het project YieldWise. Het doel is om voedselverspilling tijdens transport uit ontwikkelingsgebieden naar Amerika voorkomen.  The Rockefeller Foundation beweert zelfs dat er 1,5 miljard mensen gevoed kunnen worden van eten dat normaal zou worden weggegooid. Nestlé heeft beloofd geen voedsel meer op landfills te storten vanaf 2020.

Technologie helpt ook een handje
Ook kleinere bedrijven kunnen grote impact hebben. Het bedrijfje Winnow ontwikkelde een systeem waarmee restaurants en hotels hun afvalzakken met voedsel kunnen wegen. Het systeem houdt bij wat er wordt weggegooid en waarom. Met die informatie kan het programma adviezen geven over welke producten minder ingekocht moeten worden. Als klanten van een restaurant bijvoorbeeld altijd een gedeelte van de biefstuk laten liggen, zal het systeem aanraden minder vlees in te kopen.

Bron: Oneworld.nl