03-07-2017 | Het is opvallend stil over het voedselbeleid tijdens deze kabinetsformatie. Een enkele stille lobby en wat korte berichten daargelaten. Er is nu, met de entree van de ChristenUnie, momentum dit te veranderen.

Door: Marcel Schuttelaar in FD

Het is verbazingwekkend dat een kleine, dichtbevolkte stadsdelta als ­Nederland zoveel macht heeft op het gebied van voedselproductie en handel. De agrofoodsector is een van de belangrijkste motoren van de Nederlandse economie. Die succesvolle sector staat aan de vooravond van een fundamentele transitie. Hoewel ons eten de afgelopen decennia op tal van punten verbeterd is, zal het gezond en klimaatneutraal geproduceerd moeten gaan worden, om maar eens twee van de majeure opgaven te noemen. Voor de transitie is meer regie van de overheid nodig.

In de energietransitie worden miljarden gepompt. De voedselagenda van staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) kent een bijeengeschraapt budget van € 20 mln. De nieuwe coalitiepartners kunnen onze samenleving vooruit helpen door de installatie van een minister van Voedsel, met voldoende middelen om het succes van de sector en een goede voedselvoorziening richting consument ook in de toekomst veilig te stellen. Met de komst van de ChristenUnie in de onderhandelingen voor het regeerakkoord is de komst van een minister van Voedsel een stap dichterbij gekomen. Zij zijn daar immers de afgelopen jaren een stevig pleitbezorger van geweest. Het CDA lijkt daarmee te kunnen leven, maar wil het liefst het herstel van een minister van Landbouw. Mede om de belangen van de dierensector veilig te kunnen stellen. De VVD lijkt negatief tot indifferent in deze discussie. Tijdens verschillende verkiezingsdebatten pleitten vertegenwoordigers van D66 voor een minister van Voedsel die de beschikking dient te hebben over voldoende middelen voor een nieuw voedselbeleid. Voldoende dus om de agrofoodsector zodanig te moderniseren dat deze binnen een decennium een aantal cruciale doelen realiseert.

Ik noem er enkele. Het voedselaanbod moet veel gezonder worden, waarbij het van belang is dat ook de lage opleidings- en inkomensklassen bereikt worden. Kennis van veel consumenten op het gebied van voedsel schiet tekort. Voedselonderwijs voor de jeugd is een cruciale voorwaarde om de consument weerbaarder te maken en verantwoorder te laten eten. Na decennia van discussie lijkt het tijd dit vak verplicht te stellen in het ­basisonderwijs.

Een belangrijk deel van het broeikaseffect komt voor rekening van CO2, methaan en de NOx-emissie door landbouw, voedselproductie en distributie. Naast een verschuiving naar een veel meer plantaardige voeding is het noodzakelijk zo snel mogelijk klimaatneutraal te gaan produceren, distribueren en consumeren. En voedsel en verpakkingskring­lopen beter te sluiten. De voedselverspilling is nu immers onaanvaardbaar groot. Tot slot, terwijl veel consumenten een natuurlijke vorm van voedselproductie omarmen, staat een golf meer technische innovaties klaar om geïntroduceerd te worden. Hoe vinden we hier een balans of liefst synergie? Hoe beschermen we enerzijds de consument met wetgeving, en zorgen we er anderzijds voor dat nuttige innovaties door kunnen en gestimuleerd worden?

Het afgelopen decennium is dit vraagstuk vooral doorgeschoven zodat tal van nuttige innovaties dreigen te verdampen. Dit alles vraagt een geïntegreerd voedselbeleid. Een duidelijke regie door een minister van Voedsel die gezamenlijk met sector en stakeholders de lijnen uitzet en de transitie binnen tien jaar afrondt. Gesteund door een fors budget, door adequate expertise binnen instituten en de overheid zelf om dit vaart te geven.

In wezen hebben we het daarmee over een deltaplan voedseltransitie. Dat de sector moderniseert, de consument een beter product geeft en de maatschappelijke vraagstukken fundamenteel dichter bij een oplossing brengt. De ChristenUnie heeft in Nederland de primeur een voedselwethouder te hebben benoemd. Het zou verstandig zijn met een nieuw kabinet de primeur te hebben van een volwaardige minister van Voedsel. Zodat we ook internationaal weer op niveau mee kunnen doen. Waarmee stadsdelta Holland wederom zijn kunnen toont in een veel modernere vorm van voedsel­productie.

Marcel Schuttelaar is secretaris van de Smart Food Alliance, een groep bedrijven die de voedseltransitie gestalte geeft en probeert te versnellen en oprichter van Schuttelaar & Partners.

Bron: fd.nl