30-12-2016 | Innovaties – Een ambitie van cateraar Bob Hutten, namelijk het terugdringen van voedselverspilling, werd dit jaar ingevuld met de lancering van de ‘Verspillingsfabriek’. Een project waar van overtollig voedsel smaakvolle soepen en sauzen worden gemaakt, echter de onvoorwaardelijke steun van supermarkten blijft uit.

Hutten wil met de Verspillingsfabriek bewijzen dat er van al de voedselresten van telers, veilingen, supermarkten en cateraars echte kwaliteitsproducten zijn te maken. Zijn doel? Honderd ton overtollig voedsel verwerken per week. De animo om een ‘reststroom’ aan te bieden, blijkt groot te zijn. Uit het hele land komen er telefoontjes met aanbiedingen, vertelt Hutten aan het FD: “Ik kreeg bij voorbeeld 20.000 kilo tomaten aangeboden, van een ander 100.000 kilo kleine aardappelen en ook nog eens 100.000 kilo uien. Maar ook stierenkalfjes van een kalfsmesterij, van een ander geitenbokjes. Dat zijn toch misstanden, niet? De problematiek is groot. Wij nemen alleen een aantal groenten af, de rest heb ik geregistreerd. Misschien kunnen we er later iets mee doen.”

Maar er is ook een probleem en die zit vooral bij de supermarkten. “Ik had echt meer verwacht van de supermarkten. Ik heb mijn nek ver uitgestoken. De directies van de supermarkten vinden het een goed initiatief, zo vertellen ze mij, maar op het niveau van de inkopers zien ze ons nog niet staan”, aldus Hutten. Hij vervolgt: “Het kernprobleem is dat retailers zich niet verantwoordelijk voelen voor voedselverspilling. Wij vinden dat zij zich ook zorgen zouden moeten maken over de gigantische reststromen, over de kromme courgette, de rijpe tomaat of de onverkochte voorraad. Wij nemen onze maatschappelijke verantwoordelijkheid, maar krijgen er niets voor terug. Terwijl we merken dat de consument er wel voor wil betalen als ze het verhaal achter het product kennen.”