19-10-2018 | Tijdens Dutch Design Week laten ontwerpers zien hoe zij nadenken over onze toekomst, zowel nabij als ver weg. Daarom vragen we hoe hun vakgebied eruitziet in de verre toekomst. Vandaag vertelt food- en conceptdesigner Chloé Rutzerveld hoe ons eten eruitziet in 2050.

“Ik denk dat niemand echt weet waar het naartoe gaat”, begint Rutzerveld haar verhaal. “Er is een heel groot verschil tussen weten wat beter, duurzamer en gezonder eten is, versus wat we daadwerkelijk doen.”

Een verandering in ons eetpatroon of dieet is lastig vol te houden. “We kiezen snel voor wat we lekker vinden, dus grote veranderingen in ons eetpatroon gaan traag. Er is al heel veel innovatie en technologie om gave dingen te doen met eten, maar de massa is daar nog niet in geïnteresseerd.”

Er komt meer focus op het onderscheid tussen de functionaliteit van eten versus het sensorische aspect, zegt Rutzerveld. “Met efficiënt voedsel kunnen we meer mensen voeden. Als we dan sensorische aspecten toevoegen, kunnen we op die manier de eetbeleving personaliseren en interessant maken.”

Dat klinkt ingewikkeld, maar draait simpel gezegd om het toevoegen van textuur, geur en smaak. Zo’n 80 procent van wat we proeven ervaren we namelijk toch via onze reuk, aldus Rutzerveld. “Dat is dus een belangrijke factor die we kunnen manipuleren. Daar kan ook virtual reality bij worden ingezet.”

Dan eet je bijvoorbeeld een capsule in een bepaalde vorm en worden de geur, textuur en het mondgevoel aangepast naar bijvoorbeeld friet. Op die manier kunnen functioneel eten en sensorische prikkels elkaar vinden.

Voedsel in laagjes uit 3D-printer

Ook het produceren van eten zal veranderen, denkt de fooddesigner. “We absorberen maar 75 procent van ons eten. Dat is eigenlijk ook food waste, want niet alles wordt opgenomen in ons lichaam. Er zal dus beter onderzocht gaan worden hoe ons lichaam werkt en hoe het eten verteerd wordt. Vervolgens kan er voedsel worden ontworpen waarmee dat percentage omhoog kan worden gebracht.”

Daarbij wordt dan niet meer gekeken naar hoe we ons eten zo verslavend mogelijk kunnen maken, maar naar wat ons lichaam nodig heeft om te functioneren. En uiteraard moet het wel lekker zijn, anders wil niemand het eten. “Voedsel zou dan opgebouwd worden in laagjes, in volgorde van vertering. Dat gebeurt dan met digitale technologieën als 3D-printers. Daarna heeft het alleen nog textuur, kleur en geur nodig.”

Besef dat eetpatroon moet veranderen

De fooddesigner is niet per se fan van dit idee, maar vindt de verandering wel nodig. “Misschien moeten we als consument wat meer moeite doen om te beseffen dat ons eetpatroon moet veranderen. Eten is zo bereikbaar voor ons; het kost geen moeite om het te halen en is relatief goedkoop en veilig. Als wij toch per se vlees willen eten en klagen over de alternatieven, dan moet de juiste vraag zijn: wat wil je er zelf voor opgeven om vlees te blijven eten?”

We moeten mensen nu al laten zien dat technologie ook de natuurlijke groei van ons huidige voedsel zou kunnen ondersteunen en de voedselproductieketen kan verkorten, vindt Rutzerveld. “De afstand tussen onderzoek, productie en de consument moet worden verkort.”

Rutzerveld is groot fan van goede en gezonde voeding, en kan zich goed voorstellen dat dit toekomstbeeld voor sommigen niet aantrekkelijk klinkt. “De uitdaging ligt dus in het aantrekkelijk maken van een dergelijk volledig nieuw eetsysteem. Het draait sowieso om de juiste balans. Doordeweeks aan het functionele voedsel om het lijf goed te voeden en de aarde te ontlasten. En dan in het weekend bourgondisch eten uit de eigen moestuin.”

Bron: NU